Rapporten zonder cijfers: De Duyvencamp focust op groei 

CBS De Duyvencamp in Berkum wilde in rapporten graag minder nadruk op een oordeel – onvoldoende, voldoende of goed – en meer focus op ontwikkeling van leerlingen. Het resultaat is een multomap met mooi vormgegeven bladen waarop de ontwikkeling per vak grafisch is weergegeven, met ruimte voor een persoonlijke noot van leerkracht, leerling en ouders. 

De eerste stap naar een nieuw rapport werd drie jaar geleden gezet. ‘Wij zaten op dat moment in een proces voor een nieuwe visie die meer uitgaat van de groei en ontwikkeling van een kind. Een kind dat rekenen moeilijk vindt, kan daarin wel groei laten zien. Dat wilden we laten terugkomen in het rapport’, legt directeur Suzanne Otten uit. ‘Toen een collega een onderwerp zocht voor haar afstuderen, leek een nieuwe kijk op rapporteren ons interessant. Voor haar én voor ons.’ 

Onderzoek naar rapportagevorm

De collega verdiepte zich in de theorie van onderwijspedagoog Gert Biesta, die drie doeldomeinen benoemt waaraan het onderwijs volgens hem aandacht moet besteden: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. Vervolgens werd aan het team, de ouders en leerlingen gevraagd wat zij graag willen terugzien in een rapport. Het team wilde graag van de cijfers af. Ouders wilden onder meer de sociaal-emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling en de creatieve vorming terugzien’, zegt groep 2-leerkracht en ICC’er Marriët Bruinsma. ‘De kinderen gaven aan dat het minder saai mocht.’ Suzanne: ‘Toen moesten we het concreet gaan maken. Wat gaan we in kaart brengen? Hoe formuleren we dat zodat het voor iedereen duidelijk is? En hoe leggen we de focus op groei en succeservaringen van elk kind?  

Kernwaarden als uitgangspunt 

Het resultaat is een fraai vormgegeven, kleurrijke multomap waarin de groei van het kind centraal staat. Iedere kernwaarde van de school is een ‘hoofdstukje’ in het rapport. Onder Waardevol staat de sociaal-emotionele ontwikkeling beschreven, bij Verbindend is onder meer de omgang met anderen en het samen spelen en samenwerken in beeld gebracht. Wereldwijs schenkt aandacht aan cognitieve vaardigheden en aan onder meer schrijven, cultuur, Engels en gym. De ontwikkeling wordt weergegeven aan de hand van een ingekleurde balk: hoe meer er is ingekleurd, hoe meer het kind zich heeft ontwikkeld. Het komt voor dat het balkje bij het tweede rapport korter is dan bij het eerste rapport. Dat betekent dat een kind zich in die periode op dat onderdeel minder heeft ontwikkeld. En dat kan, want kinderen ontwikkelen zich met sprongen’, legt Suzanne uit. ‘Omdat we er geen cijfers aan koppelen, is er geen goed of niet goed, maar geven we gewoon inzicht in de ontwikkellijn van die leerling.’ 

Ruimte voor cultuur 

Anders dan in het vorige rapport, was al meteen duidelijk dat ook cultuur benoemd moest worden, zegt Mariëtte. ‘We worstelden daar om verschillende redenen wel wat mee. Kunsteducatie bestaat uit behoorlijk wat disciplines, wat wil je laten terugkomen in het rapport? En op welke manier, zodat het ook voor ouders en leerlingen begrijpelijk is? Hoe beoordeel je kunsteducatie objectief?’ Uiteindelijk besloot de school om de hoofdkerndoelen als uitgangspunt te nemen. 

Cultuur bestaat in het rapport uit twee onderdelen. De eerste omschrijving luidt: Je bent betrokken en hebt plezier bij de creatieve en muzikale activiteiten. Daaronder staat: Je bedenkt ideeën en doet onderzoek bij handvaardigheid en natuur & techniek. Het kerndoel reflectie komt terug aan het begin van het rapport. Daar kan een leerling zelf opschrijven wat de eigen talenten zijn of waar het trots op is, en wat het nog wil leren. Ook kan de leerling op dat blad een ik-tekening maken en opschrijven wat het leuk vindt om te doen.  
Op de laatste bladzijde kan de leerkracht, ouder/verzorger en leerling zelf iets schrijven. Suzanne: ‘Dat sluit ook weer aan bij onze kernwaarde verbinding, waarbij we de samenwerking opzoeken met ouders. En hun aanvulling is echt waardevol. Zo’n rapport is zoals wij het kind zien, maar een kind is meer dan school alleen.’ 

Linde, groep 5: “Het rapport is mooier dan eerst. En duidelijker. En het is leuk dat de juf er iets in mag schrijven.” 

Coen, groep 8: “Ik vind het zelf niet heel belangrijk hoe een rapport eruitziet. Het vorige rapport vond ik wel iets leuker, want daar stond een schattige foto van jezelf als kleuter op de voorkant. Maar hier zit meer structuur in.” 

Lauren, groep 8: “Het is nog wat onduidelijk, maar ik vind het er wel heel leuk uitzien. Ik hou meer van kleur dan van wit papier met zwarte letters. Dit is een stuk moderner. In mijn rapport kijk ik altijd eerst naar spelling, taal, lezen en gym. En ik vind het leuk om naar cultuur te kijken. Want dat is gewoon leuk.” 

Kijk ook eens naar