Redelijk Nederlands kunnen spreken en begrijpen is vaak essentieel als je een diploma wilt halen. Emnetu Abrahm uit Eritrea weet daar alles van. Bijna was hij gestopt met zijn BBL-opleiding, omdat het schooldeel voor hem veel te moeilijk was. Met hulp van Taalpunt taalmaatje Iris Hogenkamp, die hem anderhalf jaar lang wekelijks begeleidde, heeft Emnetu zijn opleiding afgemaakt. Supertrots is hij op zijn diploma.
In de bibliotheek praat ik met een enthouasiaste Emnetu en Iris, die elkaar na de intensieve taalcoaching nu weer zien. Als ik vraag of Emnetu iets over zichzelf wil vertellen, is hij bijna niet meer te stoppen. Dat blijkt ook wel anders geweest te zijn. 'Het was heel moeilijke tijd. Geen eten, drinken en heel heet. Van Eritrea, Ethiopie, Sudan, Egypte naar Israel. Dat was 2 maanden. 's nachts lopen en overdag verstoppen. Soms stukje met auto. En veel geld betalen. Heel duur.' Emnetu is in 2011 naar Israel gevlucht, waar hij 6 jaar werkte voor hij in 2017 naar Nederland kwam.
Taalondersteuning kan het verschil maken
'Hier ging ik meteen inburgering doen. Ik sprak geen Nederlands en ook geen Engels. School was in Eritrea heel anders. Heel moeilijk om taal te leren' zegt hij. 'In groepjes vond ik niet fijn, zenuwachtig om te praten'. Ruim anderhalf jaar is hij bezig. Emnetu wil heel graag verder. Hij wil electricien worden, een diploma halen en werken.
Zo begint hij de BBL-opleiding elektrotechniek. Dat betekent 4 dagen werken en 1 dag naar school. Bij het Installatiebedrijf blijkt dat hij een extra diploma nodig heeft. Zonder VCA-diploma (basisveiligheiddiploma), mag je namelijk niet in de bouw werken. Emnetu vindt het moeilijk, maar zet door, gesteund door zijn baas en behaalt dit noodzakelijke papiertje om bij zijn stagebedrijf te mogen werken. Ook krijgt hij via het bedrijf ondersteuning van iemand die hem helpt met de formules en berekeningen. Want ook dat deel is voor Emnetu lastiger dan voor zijn klasgenoten.
Nederlands blijft voor Emnetu, net zoals voor velen die uit een ander land komen en hier een bestaan op willen bouwen, best een struikelblok. Ondersteuning door taalvrijwilligers is dan ook meer dan welkom. 'Geen tijd voor Nederlands op school. 4 dagen werken en 1 dag naar school. Dat is voor mij heel moeilijk. In de klas veel mensen, niet praten. Werken op computer is lastig, verslag maken kan ik niet, heb ik nooit geleerd. Kan niet goede zinnen maken. Het was echt heel moeilijk. Ben toen bijna gestopt met school'. Gelukkig kwam er toen een taalmaatje.
Diploma gehaald
Anderhalf jaar was Iris zijn taalmaatje. 'Als taalmaatje kun je aangeven wat je prettig vindt en ik werk graag met een doel. Voor Emnetu zochten ze iemand die hem kon helpen met Nederlands en met schoolwerk om zijn diploma te halen. Een mooi doel. Ondertussen leerde hij ook beter Nederlands want je praat de hele tijd met elkaar. Het is dan ook heel mooi om de progressie van hem te zien. Niet alleen met Nederlands maar ook in het durven praten'.
'Ja' zegt Emnetu lachend. ' Ik praatte niet veel. Want misschien doe ik het fout. Nu is dat niet meer erg. Maakt niets uit'. Dat laatste blijkt ook heel duidelijk tijdens ons gesprek. Hij geeft overal antwoord op en praat enthouasiast door, ook al kloppen de zinnen niet helemaal. Emnetu heeft zijn schroom overwonnen, zijn diploma gehaald, hij heeft een baan, zit vol ambities en heeft een dochtertje van vijf dathij voor kan lezen in het Nederlands.